Een Megger test is een elektrische test, te gebruiken om de isolatieweerstand van elektrische systemen en apparatuur te meten. Het is een belangrijke test om de kwaliteit van isolatiematerialen te beoordelen en eventuele isolatielekken op te sporen. Megger is zo’n bekend merk, dat “Meggeren” soms zelfs als werkwoord wordt gebruikt. Maar er zijn nog veel meer fabrikanten die kwalitatieve, gebruiksvriendelijke isolatieweerstandmeters ontwikkelen.
In welke gevallen gebruik ik een isolatieweerstandmeter?
Bij zowel het testen van nieuwe installaties als voor het onderhouden van bestaande systemen gebruikt men een Megger. Door te meggeren, controleer je de isolatieweerstand van elektrische apparatuur, wat helpt bij het voorkomen en lokaliseren van problemen. Een normale multimeter kan ook weerstanden meten, maar vaak niet meer dan 1 megaohm. Een isolatietester kan tot ver boven 1 megaohm meten.
Ga je aan de slag met een isolatieweerstandsmeter? Wij hebben de stappen die je moet volgen op een rijtje gezet.
1. Voorbereiding en veiligheid
Voordat je begint is het essentieel om ervoor te zorgen dat je op een veilige manier te werk gaat. Zorg ervoor dat de elektrische apparatuur of bedrading is uitgeschakeld en spanningsvrij is. Dit voorkomt potentieel gevaarlijke situaties tijdens het testen. Ben je niet zeker van je zaak? Schakel dan de hoofdschakelaar uit. Draag ook de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals geïsoleerde handschoenen en veiligheidsbril.
2. Verbinding maken
Sluit de isolatieweerstandsmeter aan op het circuit of de apparatuur die je wilt testen. Dit doe je door de positieve (rode) kabel aan te sluiten op het te testen systeem of de geleider die getest moet worden. De negatieve (zwarte) kabel sluit je aan op een aardepunt, bijvoorbeeld een aardingsstaaf of een goede aardingsbron. Zorg ervoor dat de aansluitingen stevig en correct zijn bevestigd. Controleer ook of er geen losse verbindingen zijn omdat dit de testresultaten kan beïnvloeden. Staat alles correct en veilig klaar? Dan kan het testen starten.
3. Testen uitvoeren
Schakel de isolatieweerstandsmeter in en selecteer de juiste testspanning op basis van de toepassing en de verwachte isolatieweerstand. Het is belangrijk om te weten welke testspanning geschikt is voor het specifieke systeem om nauwkeurige resultaten te verkrijgen. Typische testspanningen zijn 500 volt en 1000 volt of hoger, afhankelijk van het type systeem dat je test. Start de test en observeer de weergegeven isolatieweerstand op de tester. Deze geeft meestal zowel de gemeten weerstandswaarde als een visuele indicatie van de conditie van de isolatie, zoals een wijzer of een LED-indicator.
Meggeren van een kabel
Om een kabel te meggeren, begin je met het losmaken van de kabel aan zowel het begin als het einde. Dit zorgt ervoor dat je een nauwkeurige meting uitvoert zonder invloed van andere componenten of verbindingen. Het is belangrijk dat zowel de kabel als het meettoestel volledig droog en schoon zijn voor je gaat meggeren; vocht en vuil verstoren de metingen en maken deze minder nauwkeurig.
- Bij het meggeren van een kabel gebruik je bij voorkeur een isolatieweerstandmeter met een testspanning van 500V of 1000V.
- Voor een 230V-systeem meet je de isolatieweerstand tussen L (fase) en N (neutraal), tussen L (fase) en aarde, en tussen N (neutraal) en aarde.
- Voor een 400V-systeem moet je de isolatieweerstand meten tussen alle mogelijke combinaties van L1, L2, L3 (de fasen), N (neutraal) en aarde.
4. Interpretatie van de resultaten
Na het uitvoeren van de test is het belangrijk om de resultaten correct te interpreteren. Een goede interpretatie helpt bij het waarborgen van de betrouwbaarheid en veiligheid van elektrische systemen en draagt bij aan de preventie van storingen en ongevallen.
- Een hoge weerstandswaarde (in mega-ohms) duidt over het algemeen op een goede isolatie. Normaal gesproken is een isolatieweerstand van enkele mega-ohms of hoger acceptabel.
- Een lage weerstandswaarde kan duiden op mogelijke isolatiefouten, zoals vochtigheid, lekstroom of beschadigde isolatie. Dit kan leiden tot storingen of veiligheidsrisico's. In dit geval moeten de oorzaken worden geïdentificeerd en opgelost. Denk hierbij aan bijvoorbeeld waarden van 1 mega-ohm (1 MΩ) of lager, zoals 20 kilo-ohm (20 kΩ).
- Als de isolatieweerstandsmeter een nul weerstand (0 ohm) of een kortsluiting aangeeft, kan dit erop wijzen dat de isolatie volledig is doorbroken of dat er een directe verbinding bestaat tussen geleiders. Dit vereist onmiddellijke aandacht.
Wettelijke NEN 3140 richtlijnen
Er zijn wettelijke richtlijnen (NEN 3140) die de minimale isolatieweerstand vereisen voor verschillende soorten elektrische apparatuur om ervoor te zorgen dat ze veilig zijn om te gebruiken. Deze richtlijnen zijn als volgt:
- Klasse I (apparatuur met randaarde): Apparatuur die is voorzien van een aardingspin moet een minimale isolatieweerstand van 1 megaohm (1 MΩ)
- Klasse II (dubbelgeïsoleerde apparatuur): Apparatuur die dubbel is geïsoleerd en geen aardverbinding nodig heeft, moet een minimale isolatieweerstand van 2 megaohm (2 MΩ)
- Klasse III (veiligheidsapparatuur): Apparatuur die werkt met een veilige laagspanning moet een minimale isolatieweerstand van 0,5 megaohm (0,5 MΩ)
Onthoud dat veiligheid altijd prioriteit heeft bij het werken met elektrische apparatuur. Zorg er dus voor dat je de juiste voorzorgsmaatregelen neemt en de testen uitvoert volgens de geldende normen en richtlijnen.
Op zoek naar een geschikte tester voor jouw isolatieweerstandtest? Bekijk ons uitgebreide assortiment.